Beleidsplan

Beleidsplan 2023 - 2027

(Het beleidsplan hier aan voorafgaand staat onder aan deze pagina)                                          

Inleiding
I   Waar staan we voor
II  Onze sterke en zwakke punten/kansen en bedreigingen
III Wat zijn onze plannen voor de komende vier jaar
III. a Eredienst en Toerusting
III. b Diaconaat
III. c Pastoraat
III. d Financiën en Beheer
III. e Leiding
Slotwoord

Inleiding

De Protestantse Gemeente te Groesbeek is een kleine kerkelijke gemeenschap (290 leden, inclusief doopleden, gemiddelde leeftijd van het merendeel van de meelevende leden is 70-plus). We proberen op een praktische manier vorm en inhoud te geven aan ons christelijk geloof.

We zijn een geloofsgemeenschap in een dorp waar de meeste mensen van huis uit Rooms-katholiek zijn, in een tijdsperiode waarin het christelijk geloof en daarmee ook de kerk functioneert aan de rand van de samenleving. 

Niemand kan  in de toekomst kijken. In dit beleidsplan willen we vooral een richting aangegeven en verwoorden waar we de komende vier jaar als gemeente vorm aan willen geven.

Dit willen we doen aan de hand van drie vragen:

I     Waar staan we voor (wie zijn/wie willen we zijn)?
II   Wat zijn onze sterke en zwakke punten, wat zijn kansen en wat bedreigt ons?
III  Wat zijn onze plannen voor de komende vier jaar?

We hebben hierbij ook gekeken naar het vorige beleidsplan, waarop we voortbouwen omdat veel uitspraken nog steeds geldig zijn. Alle vaste taken die in het vorige beleidsplan beschreven zijn, herhalen we hier niet, maar worden verondersteld. 

I. Waar staan we voor?
Kernwoorden voor onze gemeente zijn:

  • LICHT (onze bron: Licht van Christus)
  • RUIM (gastvrij, dienstbaar en plaats voor iedereen)
  • BEWEEGLIJK (open voor nieuwe initiatieven; eigentijdse manier van geloven)

II. Onze sterke en zwakke punten/ kansen en bedreigingen
Sterke punten/kansen:

  • We hebben een sterk Verhaal
  • We kennen mooie rituelen, hebben vier-momenten.
  • Het lukt ons om wekelijks een eredienst te vieren met een predikant en organist. En de diensten worden uitgezonden via de livestream.
  • We zijn een kleine, maar hechte gemeenschap; zien naar elkaar om.
  • We kennen relatief veel actieve gemeenteleden, ze worden wel steeds ouder, gelukkig komen er door verhuizing wel regelmatig nieuwe actieve mensen bij.
  • We kennen geen stromingen of modaliteiten. Uiteraard zijn er verschillen in geloofsbeleving, en er zijn ook verschillen van inzicht.
  • We hebben de beschikking over een prachtig monumentaal kerkgebouw met een goed orgel en een goede akoestiek alsmede een mooie aanbouw, de Serre, en een eigen kerkhof.
  • We hebben een gevarieerd activiteitenprogramma waaraan relatief veel mensen deelnemen, van binnen en buiten de gemeente.
  • Speciale bijeenkomsten voor kinderen: lampionnenoptocht, kinderkerst, Palmpaasstokken maken, hebben tot aan de coronatijd (2020) goed gelopen.
  • Tussen Pasen en de herfst hebben we veel vakantiegasten in onze diensten.                                 
  • We hebben inmiddels geen betaalde koster meer, maar het lukt goed om met een groot aantal vrijwilligers (en met de inzet van onze voormalige koster) om de kosterstaken te vervullen.
  • We hebben een eigen kerkblad, de Tov. Dit blad komt 7x per jaar uit. Ook de kerkmail wordt gebruikt om te communiceren met gemeenteleden.
  • Er is de Stichting Historische Kerk Groesbeek die tal van activiteiten ontwikkelt in onze kerk en de kerk en Serre verhuurt. De inkomsten uit deze verhuur komt ten goede aan onze gemeente.
  • Onze financiële positie is (vooralsnog) gezond.

Zwakke punten/bedreigingen:

  • De “kerk” is steeds minder vanzelfsprekend, de kerkgang evenmin. Deze situatie begint zorgelijke vormen aan te nemen. Dit is mede het gevolg van het feit dat de actieve kerkleden steeds ouder worden. Dit maakt ons kwetsbaar. Het wordt steeds moeilijker om mensen te vinden voor al het werk van de kerk.
  • De paar jonge gezinnen die bij onze gemeente horen, komen nauwelijks zondags naar de kerk en ook de leeftijdsgroep onder de 55 jaar zien we nauwelijks.
  • Kindernevendienst en kinderoppas zijn er al jaren niet meer. Wel wordt er indien gewenst kindercatechese gegeven.
  • De Kerkenraad is te klein en voldoet niet meer aan de door de Kerkorde vereiste grootte. Met speciale toestemming van het Breed Moderamen van de Classis wordt dit voorlopig geaccepteerd.
  • We hebben een kostbaar kerkgebouw.
  • Het levend geld (opbrengsten Kerkbalans en uitgangscollecte) wordt minder; het is lang niet voldoende om de begroting sluitend te krijgen. Er wordt ingeteerd op het vermogen. Ook de lage rentestand draagt hieraan bij.

III. Wat zijn onze plannen voor de komende vier jaar?
Onze droom is een huis te zijn om te leren én te dienen én te vieren. Daarnaast willen we een centrum zijn van bezinning, kunst en cultuur.

Aan die droom hebben we de afgelopen jaren vormgegeven en niet zonder succes. Er was veel gaande in ons kerkgebouw en in de Serre, en zeker niet alleen voor onze eigen gemeente. Velen van buiten onze gemeente hebben we mogen ontvangen in de kerk, mede ook door de inzet van de Stichting de Historische Kerk aan de Groesbeek.

Naast erediensten en activiteiten voor de kerkelijke gemeente hebben we ook bewust ingezet op zingevende activiteiten voor niet-kerkleden, zoals de Preek van de leek, Zin in Pop, Kerstavondviering met een mooi koor, Palmpaasstokken maken met Palmpasen, Openstelling van de kerk in de zomer met exposities, Wandelen met aandacht.

Voor bovenstaande droom hebben we ons de afgelopen jaren ingezet, nu staan we voor de vraag, hoe kunnen wij als steeds kleiner wordende gemeente deze droom blijven dragen?

Om deze droom ook de komende vier jaar vorm te geven richt het beleid van onze gemeente zich op de volgende aspecten:
a.   Hoe kunnen we ons ons christelijk geloof vieren en voeden in Groesbeek (eredienst en toerusting)?
b.   Hoe kunnen we dienstbaar zijn aan de kleine en grote wereld om ons heen (diaconaat)?
c.   Hoe kunnen we dienstbaar zijn aan elkaar (pastoraat)?
d.   Hoe onderhouden we onze kerkgemeenschap (financiën en beheer)?
e.   Hoe kan op verantwoorde wijze de geloofsgemeenschap bestuurd worden (leiding)?

III.a    Eredienst en Toerusting
1. Eredienst

De zondagse eredienst heeft voor onze geloofsgemeenschap een zeer hoge prioriteit. Voor de komende vier jaar willen we iedere zondag een kerkdienst houden in onze kerk. De huidige predikante gaat in 2024 met emeritaat en onze wens is om dan weer een nieuwe voorganger te kunnen aanstellen.

In 2023 gaan we onderzoeken of het financieel mogelijk is een eigen predikant of kerkelijk werker te beroepen en voor hoeveel procent. Zo ja, dan wordt begin  2024 een beroepingscommissie gevormd en hopen we in de tweede helft van 2024 een nieuwe voorganger te hebben.

De organist wordt ouder, daarom moeten we de komende jaren andere organisten nog meer dan nu het geval is, inschakelen voor onze diensten.

Voor de andere taken van de eredienst (ambtsdragers, kosters, streamers, collecte tellen) zijn nu nog voldoende mensen,

Ook voor het inroosteren van gastvoorgangers, het verzorgen van het liturgieboekje met feestdagen en het verzorgen van de zondagse bloemen en de liedborden hebben we vrijwilligers, maar omdat er op dit moment voor iedere taak maar één persoon verantwoordelijk is, is dat kwetsbaar.

De oecumene willen we in ons dorp blijven vormgeven door het organiseren van oecumenische diensten en activiteiten.

2. Toerusting
Voor de toerusting wordt ieder jaar een activiteitenprogramma gemaakt door de activiteitencommissie. Elk jaar worden deze plannen geëvalueerd en ook aangepast aan de menskracht die aanwezig is om deze plannen vorm te geven.

Waar mogelijk willen we voor toerustingsactiviteiten de samenwerking zoeken met de Stichting Historische Kerk Groesbeek.

Onze activiteiten organiseren we niet alleen voor onze eigen gemeenteleden maar ook voor de niet-protestantse dorpsgenoten. We vinden het belangrijk dienstbaar te zijn aan de samenleving rond thema’s van zingeving en zullen daarom steeds op zoek blijven naar partners om mee samen te werken, zoals dat nu al gebeurt met het Kinderdagverblijf Kabouterhoeve rond de lampionnenoptocht in Adventstijd.

Het kerkblad de Tov willen we in de huidige vorm de komende vier jaar zeven keer per jaar blijven uitgeven. Gratis voor gemeenteleden die meedoen aan Kerkbalans, en van anderen en niet-gemeenteleden vragen we jaarlijks een vrijwillige bijdrage. Er zijn veel mensen die meehelpen aan het tot stand komen en het verspreiden van het kerkblad.

De grootste uitdaging blijft de komende jaren om voldoende vrijwilligers te hebben voor alle taken rond de eredienst, de toerustingsactiviteiten en het kerkblad.

III.b Diaconaat

Het college van diakenen is samengesteld uit de ambtelijke diakenen en de diaconale rentmeesters, elk met een specifieke taak zoals voorzitter, penningmeester, secretaris, administrateur en adviseur. Het komt op voor mensen in nood, binnen én buiten de gemeente, in Nederland en in de wereld. Het laat met de middelen die haar ter beschikking staan haar stem horen tegen onrecht. Het houdt met en bij gemeenteleden het besef wakker dat we een diaconale roeping hebben. Het zorgt voor de bediening van het Avondmaal, het inzamelen van de gaven en zijn betrokken bij de gebeden.

De ambtelijke diaken is lid van de kerkenraad.

De diaconie heeft in 2019 een beleid geformuleerd, waarmee het opgebouwde vermogen niet alleen wordt belegd voor het rendement, maar ook onderdeel wordt van een ruimhartig donatiebeleid van enerzijds acute en anderzijds structurele projecten. Deze inzet van het vermogen is geformuleerd in een vijfjarenplan en in 2020 vastgesteld door de kerkenraad.

1. De diaconie heeft drie accenten: dienstbaar zijn in Groesbeek, landelijk en wereldwijd.

In Groesbeek (en naastliggende gemeenten) door alert te zijn op situaties waar mensen in nood zijn, materieel (financiële ondersteuning) en immaterieel (hulp en advies bieden, asielzoekerswerk). Bij voorkeur gebeurt dit niet alleen, maar in samenwerking met de R.K. parochie, de gemeente en andere partners.

Landelijk o.a. door middels specifieke collectes projecten mede te ondersteunen.

Wereldwijd door financieel en anderszins projecten en initiatieven te ondersteunen. Dat gebeurt door het jaar heen (bv. met de besteding van de collectes), maar ook met specifieke acties (in de 40-dagen-tijd, bij de oogstdienst). Ook heeft de diaconie een deel van zijn vermogen belegd bij Oikocredit. Sinds 2020 voert de diaconie overleg met de diaconie van Heumen om minstens jaarlijks de mogelijkheden van gezamenlijk afgestemde collectes te verkennen. Deze gesprekken zullen gaandeweg leiden tot concrete vormen van gedeelde actie.

2. We hebben tijdens de diensten één collecte. Deze is bestemd voor een diaconaal doel. Hiertoe stelt de kerkenraad op voorstel van de diaconie jaarlijks een collecterooster vast.  Naast een aantal landelijk aanbevolen collectedoelen (met name voor Kerk in Actie) kiest de diaconie uit doelen die al in eerdere jaren zijn gesteund bijvoorbeeld in een oogstdienst. Verder streeft de diaconie naar een evenwichtige verdeling tussen lokaal, landelijk en wereldwijd.                                                                                                                                                       

De kerkenraad heeft het zgn. Charter van Groningen ondertekend. Hierbij hebben plaatselijke kerkgemeenschappen zich verbonden in hun ondersteuning aan asielzoekers (INLIA).

3. De viering van het Avondmaal is een bijzonder element in de eredienst. Hierbij geldt in grote lijnen de volgende opzet:

  • de avondmaalstafel is gedekt voor aanvang van de dienst. De drinkbekers (met druivensap) en een schaal met brood (matses) worden vóór de collecte en gebeden binnengebracht;
  • de viering wordt gevierd in een kring rondom de avondmaalstafel. Iedereen is welkom. Degenen die niet kunnen staan, vinden een zitplaats in de kring;
  • we hebben er voor gekozen voor een frequentie van 6 à 7 x per jaar, waaronder in ieder geval op Witte Donderdag en tijdens de dienst waarin we de overleden gemeenteleden gedenken.

4. De bloemengroet is bedoeld voor gemeenteleden in blijde en droeve dagen.. Bij toerbeurt zorgt een lid van de gemeente er voor dat een bos bloemen in de kerk staat. De dienstdoend ambtsdrager of een gemeentelid dat zich daarvoor aanbiedt, bezorgt de bloemen na afloop van de dienst.
                                                                                                                                                      

5. Tot de specifieke verantwoordelijkheden van de diaconie behoren:

  • verwerven van gelden en goederen ten behoeve van de diaconale activiteiten en doelen
  • het verantwoord besteden en beheren van het diaconale vermogen
  • het verkennen van en alert zijn op acute noden dichtbij en ver weg.
  • het verzorgen van de bloemengroet
  • het opmaken van het collecterooster
  • het verzorgen (in overleg met de predikant) van avondmaal diensten, de oogstdienst en de diensten in de 40-dagentijd
  • het verzorgen van de (auto)ophaaldienst.
  • de bezoekersgroep, een gedeelde taak met het pastoraat.

III.c Pastoraat
Het pastoraat wordt verzorgd door de voorganger, door de bezoekersgroep en door gemeenteleden onderling. Indien nodig wordt ook pastoraat verzorgd door de ouderlingen, maar zij zijn vooral betrokken bij kerkenraadstaken en toerustingstaken.  Het onderlinge pastoraat is een belangrijke drager van onze geloofsgemeenschap. Ook door het organiseren van koffiedrinken en activiteiten aansluitend aan de kerkdienst willen we de komende vier jaar het onderlinge pastoraat blijven bevorderen.  

Ook hier geldt dat de grootste uitdaging voor de komende jaren het vinden van voldoende vrijwilligers om deze taken uit te voeren.

III.d Financiën en beheer
Anders dan veel kerken in Nederland heeft de Protestantse Gemeente Groesbeek geen financiële problemen en worden deze ook voor de nabije toekomst niet voorzien.

Dankzij legaten en donaties heeft de gemeente al sinds het midden van de 20e eeuw een solide financiële positie. Het eigen vermogen bedroeg eind 2022 ruim anderhalf miljoen euro.

Toch is de financiële positie van onze kerk kwetsbaar. Al enkele decennia moet het huishoudboekje van de kerk sluitend worden gemaakt door inkomsten uit beleggingen en interen op het vermogen; het aandeel van die inkomstenbronnen groeit nog steeds.

In 2021 werd 38% van de kerkelijke uitgaven van jaarlijks ruim € 90.000 gedekt door levend geld, een percentage dat al een aantal jaren daalt.  In 2016 werd door de gemeenteleden nog € 46.125 bijgedragen, in 2021 was dat nog maar ca € 35.000.

De tekorten worden afgedekt uit de opbrengst van beleggingen, en als dat niet voldoende is, wordt er ingeteerd op het vermogen. Met dat interen valt het in de praktijk overigens wel mee, de laatste jaren groeide het vermogen van onze kerk zelfs.

Maar stel dat bovengenoemde trends zicht voortzetten, dan zal er een toenemend beroep op ons vermogen worden gedaan en zal het gaan dalen. Als bovendien de beleggingsresultaten, die de laatste jaren relatief hoog waren, omlaag gaan, dan kan die daling snel gaan. Om een indruk te geven: als de beleggingsresultaten dalen naar 3% van het vermogen en het levend geld daalt naar 30% van de uitgaven, dan zullen we op ons vermogen moeten interen met een bedrag van 20 tot 30.000 euro per jaar. Van ons vermogen zal dan over 25 jaar nog ongeveer de helft over zijn.

Dit scenario roept twee op het eerste gezicht schurende inzichten op:

–      Ons vermogen zal waarschijnlijk in een steeds sneller tempo gaan dalen, maar ook over 25 jaar zullen we nog steeds een rijke gemeente zijn;

–      Ook al kunnen met onze uitgaven we nog wel 50 jaar op de huidige voet doorgaan, willen we dat ook? Ergens ligt er een morele bovengrens aan het betalen van de jaarlijkse kosten uit ons vermogen.

Wij willen de eredienst en alles wat daarmee te maken heeft zo lang mogelijk in de huidige vorm en frequentie handhaven. Tegelijk willen wij dat het gat tussen onze uitgaven en de inkomsten uit levend geld niet nog groter wordt. Dat betekent dat er zal moeten worden bezuinigd als de inkomsten uit levend geld teruglopen. Concreet kan daarbij worden gedacht aan:

–      Energiebesparing. Zo kan de temperatuur in de kerk en de serre een of twee graden lager worden gezet en kunnen sommige bijeenkomsten die nu in de kerk worden gehouden, naar de Serre worden verplaatst.

–      Onderzoeken of de aanstellingsomvang van de nieuwe predikant kleiner kan dan de huidige en ook of we de huidige 50% aanstelling kunnen continueren en aanvullen met een missionaire opdracht en zoeken naar andere vormen van geloven en kerk-zijn.

        In dat kader:

–      Delen van een predikant met een buurtgemeente, in combinatie met het gezamenlijk uitvoeren van bepaalde activiteiten (bijv. bijeenkomsten over Het verhaal gaat).

–      Meer inkomsten genereren uit activiteiten, al dan niet via de SHK.

Los daarvan vinden wij dat we niet meer vermogen hoeven aan te houden dan nodig is om onze gemeente nog ten minste 25 jaar te laten functioneren op min of meer dezelfde voet als nu.

Dat betekent dat pakweg de helft van ons vermogen niet nodig is als continuïteitsborging.

De andere helft kan niet meteen worden afgestoten omdat dan de inkomsten uit beleggingen ook meteen gehalveerd zouden worden en het interen dan ineens een stuk sneller gaat. Maar wat wel kan is een geleidelijke afbouw die resulteert in een halvering van ons vermogen in 25 jaar.

Die afbouw kan op twee manieren gestalte krijgen:

–     door externe factoren, zoals de eerder genoemde daling van het rendement op beleggingen.

–     door eigen beleid. We zouden jaarlijks € 30.000 kunnen overhevelen van de kerkelijke middelen naar de diaconie of aan een fonds voor het ondersteunen van noodlijdende PKN- gemeenten.

Het risico dat beide processen tegelijk gaan optreden, zodat ons vermogen na 25 jaar geheel verdampt is, moet worden voorkomen. Dat kan door jaarlijks aan de hand van de jaarrekening te bepalen welke ruimte er is voor donaties. Als maximum geldt het bovenstaande bedrag van € 30.000. Is het vermogen bijvoorbeeld met € 20.000 geslonken, dan is er nog € 10.000 ruimte om te doneren aan externe doelen.

Om het kerkgebouw in een goede conditie te houden is er periodiek controle nodig op de bouwkundige en technische staat, gevolgd door een planning van het te verrichten onderhoud. Dat krijgt bij onze gemeente vorm in een Periodiek InstandhoudingsPlan (PIP), dat een looptijd kent van 6 jaar. Het laatste PIP is verlopen; begin 2023 zal een nieuw plan worden gemaakt voor de periode 2023-2028.

De in deze paragraaf genoemde taken zijn toebedeeld aan het College van Kerkrentmeesters, dat ook verantwoordelijk is voor andere beheerszaken zoals de ledenadministratie, Kerkbalans, beheer kerkhof, geluid en contacten met de Stichting Historische kerk Groesbeek.

III.e Leiding

De kerkenraad, bestaande uit ouderlingen, ouderlingen-kerkrentmeester, diakenen en predikant, geeft leiding aan de gemeente.

De bezetting van onze kerkenraad is minimaal. We hebben nog steeds de toestemming van de classis om een zelfstandige gemeente te zijn, maar we zijn uiterst kwetsbaar. Als er iemand wegvalt, is er nauwelijks meer vervanging te vinden. Om de bestuurskracht op peil te houden zullen we de samenwerking moeten zoeken met anderen

We zijn in gesprek met de kerkenraden van de protestantse gemeente Heumen en van Nijmegen om te onderzoeken waar we elkaar kunnen ondersteunen / versterken en of er een vorm van samenwerking mogelijk is.

Een belangrijke taak van de kerkenraad – naast het besturen van de geloofsgemeenschap-  zal de komende vier jaar zijn de gemeente mee te nemen in de zoektocht naar mogelijke vormen van samenwerking.  Daarnaast zal ook het beroepingswerk, genoemd in III 3.a 1, tijd en aandacht vragen.                                                                                 

Slotwoord

Dit beleidsplan willen we afsluiten met de woorden van Lied 273:2 uit het Liedboek

Loof God, Hij stuurt het schip der kerk,
dat naar de morgen vaart.
Hij is de hartslag van ons werk,
Hij houdt het welbewaard.

In dit vertrouwen willen de komende jaren gemeente van Christus zijn in Groesbeek.
 

Protestantse Gemeente te Groesbeek                        vastgesteld 12 december 2022

 

BELEIDSPLAN 2017 - 2021

Protestantse Gemeente te Groesbeek                                          vastgesteld 29-08-2017

Inleiding.

De Protestantse Gemeente te Groesbeek is een kleine kerkelijke gemeenschap. We proberen op een praktische manier vorm en inhoud te geven aan ons christelijk geloof.

Er spelen tal van zaken. Die pakken we zo goed mogelijk op, en wel op het moment dat deze zich aandienen. Dat willen we zo houden.

In 2010 hebben we een beleidsplan 2011-2015 vastgesteld. Het is goed om dit plan te actualiseren. Dat is geen grote, fundamentele aanpassing, maar een actualisering. Veel uit het oude beleidsplan is nog steeds geldend. Ook dit beleidsplan waarin de diverse aspecten van ons gemeente-zijn staan verwoord. En ook nu weer geven we aan welke zaken we in de planperiode gaan aanpakken. Niet een (omvangrijke) nota met vele goede voornemens, wel aan een praktische notitie. Een notitie waarin we 3 zaken beschrijven:

  I.  Waar staan we voor (wie zijn/wie willen we zijn)
 II.  Wat zijn onze sterke en zwakke punten, wat zijn kansen en wat bedreigt ons
III.  Wat willen we de komende 4 jaar aanpakken (de kern van ons beleidsplan)

I. Waar staan we voor.

Kernwoorden voor onze gemeente zijn:

  • LICHT (onze bron: Licht van Christus)
  • RUIM (gastvrij, plaats voor iedereen)
  • BEWEEGLIJK (open voor nieuwe initiatieven; eigentijdse manier van geloven)

Rond 2006 hebben we besloten om ons interieur te vernieuwen. Dat hebben we gedaan in een proces van  fundamentele bezinning: wat voor een gemeente willen we zijn; en wat willen we uitstralen naar onze omgeving. En dat juist in een periode waarin sprake is van krimp, waarin de kerk niet meer een vanzelfsprekend instituut is, noch in de maatschappij, noch voor velen van onze leden.
In dit proces van fundamentele bezinning kwamen bovenstaande kernwoorden terug. Ze slaan terug op ons als geloofsgemeenschap en op ons gebouw. De uitdrukking “de kerk staat in het midden” geldt niet meer als figuurlijke vanzelfsprekendheid. Voor ons gebouw in Groesbeek is dat, met de aankleding van het centrum van Groesbeek, in de letterlijke zin wel het geval. Wat ons drijft is het zoeken van de kans om dat ook weer figuurlijk te laten opgaan, hoe verschillend dat ook zal zijn ten opzichte van het (vertrouwde) verleden.
Na de vernieuwing van ons interieur, hebben we in de afgelopen periode fase 2 van onze `verbouwing` ter hand genomen. Sinds voorjaar 2015 hebben we de Serre. Met deze aanbouw hebben we alle kerkelijke functies onder één dak.

II. Onze sterke en zwakke punten/ kansen en bedreigingen.

a. Sterke punten/kansen:

  • We hebben een sterk Verhaal
  • We kennen mooie rituelen, hebben vier-momenten.
  • Het lukt ons om wekelijks een eredienst te vieren met een predikant en organist.
  • We zijn een kleine, maar hechte gemeenschap; zien naar elkaar om.
  • We kennen relatief veel actieve gemeenteleden.
  • We kennen geen stromingen of modaliteiten. Uiteraard zijn er verschillen in geloofsbeleving, en er zijn ook verschillen van inzicht.
  • We hebben de beschikking over een prachtig monumentaal kerkgebouw met een goed orgel en een goede akoestiek alsmede een eigen kerkhof. Sinds 2015 benutten we niet meer ons eigen verenigingsgebouw )het protestants Centrum’, maar hebben we de Serre. In korte tijd hebben we de waarde van deze aanwinst al goed ervaren.
  • In toenemende mate  - en mede door het in gebruik nemen van de Serre – wordt ons kerkgebouw benut voor andere zaken dan de wekelijkse kerkdiensten. Deze niet-kerkelijke activiteiten leveren ook extra financiële middelen op.
  • We hebben een gevarieerd activiteitenprogramma (winterwerk) waarin relatief veel mensen deelnemen.
  • Eenmalige activiteiten/diensten die we voor kinderen organiseren, worden goed bezocht: lampionnenoptocht, kinderkerstviering, palmpasenviering.
  • Tussen pasen en herfst hebben we veel vakantiegasten in onze diensten.                                    
  • We hebben inmiddels geen betaalde koster meer, maar het lukt goed om met een groot aantal vrijwilligers (en met de inzet van onze voormalige koster) om de kosterstaken te vervullen.
  • We hebben een eigen kerkblad, de Tov Mirjam. Dit blad komt 7x per jaar uit. In toenemende mate wordt de kerkmail gebruikt om te communiceren met gemeenteleden.
  • Onze financiële positie is (vooralsnog) gezond.

b. Zwakke punten/bedreigingen:

  • De “kerk” is steeds minder vanzelfsprekend, de kerkgang evenmin. Deze situatie begint zorgelijke vormen aan te nemen. Dit is mede het gevolg van het feit dat de actieve kerkleden steeds ouder worden. Dit maakt ons kwetsbaar.
  • Kindernevendienst en kinderoppas zijn er niet meer. Wel wordt er indien nog gewenst kindercatechese gegeven.
  • Bepaalde functies in de kerk (met name in de kerkenraad) zijn moeilijk te vervullen.
  • Activiteiten die we organiseren voor de jeugd, komen moeilijk van de grond; en we moeten opboksen tegen heel veel ander aanbod aan activiteiten voor hen.
  • We hebben een kostbaar kerkgebouw.
  • Het levend geld (opbrengsten kerkbalans en collectes) wordt minder; het is lang niet voldoende om de begroting sluitend te krijgen.

III. Wat zijn onze plannen voor de komende 4 jaar.

III.1 Onze droom

Onze droom is een gebouw dat een inspirerend centrum is; een huis om te leren én te dienen én te vieren. Een centrum voor bezinning, kunst en cultuur.

Er is in onze (jachtige) maatschappij behoefte aan stilte en bezinning. De kerk kan (moet) daarvoor ruimte bieden. Dat kan door de ruimte open te stellen, dat kan door speciale momenten buiten de eredienst te organiseren waarin ruimte is voor bezinning, muziek, rituelen en symbolen e.d.

Ons kerkgebouw ligt er mooier bij dan ooit. Ons kerkgebouw is een  wezenlijk onderdeel geworden van het kern-centrumgebied en de wandelroute er doorheen. Het gebouw is een parel in dit gebied; het nodigt uit om naar binnen te komen.

We willen een centrum zijn waarin in de eerste plaats onze kerkelijke activiteiten plaatsvinden. Maar ook een centrum waarin we ruimte willen bieden aan muziekuitvoeringen, debat, tentoonstellingen e.d. Met het in gebruik nemen van de Serre, met het aanschaffen van een betere geluidsinstallatie en van andere apparatuur hebben we een belangrijke stap gezet om deze wens in vervulling te laten gaan.

Nu het gebouw naar onze zin is, zullen we komende jaren benutten om het gebruik van ons kerkgebouw te vergroten. Om te beginnen door meer en nieuwe kerkelijke activiteiten te organiseren. Gelet op de samenstelling en gemiddelde leeftijd van onze gemeenteleden, zal dit een hele opgave zijn. Maar tevens noodzaak. Wij zijn er namelijk van overtuigd dat we steeds meer verbinding moeten zoeken met andere partijen met het oog op zingevingsvraagstukken.
De contacten met buurgemeenten en met de R.K.-parochie zullen we daarom uitbreiden. Maar ook zullen we contact zoeken met andere maatschappelijke partners en initiatieven. Hoe gaan we dit doen?

De verhuur van kerk en/of Serre voor niet-kerkelijke activiteiten wordt verzorgd door de Stichting de Historische kerk aan de Groesbeek. Hiertoe is een overeenkomst gesloten tussen kerkenraad en het bestuur van deze stichting. De inkomsten uit deze verhuur komt uiteindelijk ten goede van onze kerk. Op papier is een en ander in orde; het komt er nu op aan om het gebruik en de daarmee gepaard gaande inkomsten te vergroten. Hoe wil de stichting hieraan werken?

We zullen het komend jaar benutten om, samen met de hele gemeente, ons te bezinnen op onze toekomst (“Hoe kunnen en willen we kerk zijn in 2025?”).

III.2  Onze huidige situatie

A. Consistorie

Ouderlingen hebben samen met de predikante de taak gemeenteleden te helpen inhoud en vorm te geven aan hun geloof. Zij zijn samen betrokken bij activiteiten die het geloof van gemeenteleden opbouwen en verdiepen en zijn verantwoordelijk voor de geloofsverkondiging. Zij zijn verantwoordelijk voor de pastorale zorg aan gemeenteleden. Ook de geloofsopvoeding van kinderen en jongeren in de gemeente valt onder de verantwoordelijkheid van het consistorie.

Het consistorie maakt deel uit van de kerkenraad.

a. De zondagse eredienst, de dienst waar we God en elkaar ontmoeten, is een kernzaak van de gemeente. In 2009 hebben we orde van dienst vernieuwd. Naast “gewone” erediensten willen we ruimte scheppen voor themadiensten. Dat zijn diensten waarin bepaalde elementen van de eredienst ontbreken en andere, minder vertrouwde dingen mogelijk zijn. Zonder volledig te zijn denken we aan diensten waarbij het accent ligt op muziek (zang en/of instrumentaal), aan de speciale diensten in de Stille Week, aan de oogstdienst, advent en de startzondag. Ook aan thema's die voortkomen uit ons activiteitenprogramma of anderszins in het teken staan van actuele thema's in kerk en wereld.

b. De kerkenraadsleden zijn mede-verantwoordelijk voor de eredienst. In onze nieuwe liturgie is dit vormgegeven. We hebben nog maar een beperkt aantal ambtsdragers. Daarom hebben we als regel nog maar 1 dienstdoend ambtsdrager (alleen tijdens avondmaalsdiensten zijn er 2); daarbij wordt ook een beroep gedaan op een aantal oud-kerkenraadsleden. Gemeenteleden verzorgen geregeld bij diensten met de eigen predikante een van de lezingen. De dienstdoende ambtsdrager verzorgt de mededelingen alsmede het smeekgebed. Sinds enkele jaren wordt 1 dienst per jaar (gebruikelijk de dienst tussen de kerstvieringen en Nieuwjaar) onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad “gedaan” door een gemeentelid. Hij of zij leest een preek geschreven door een theologisch geschoold persoon.

c. Bij het pastoraat gaan we in eerste instantie uit van “omzien naar elkaar”. Hiervoor zijn een paar redenen. Ten eerste zijn we een geloofsgemeenschap waar we de zorg voor elkaar niet alleen in handen willen geven aan predikant, ambtsdragers of bezoekersgroep. Bovendien zijn we niet in staat deze zorg alleen aan hen over te laten; daarvoor is de beschikbare menskracht eenvoudigweg te klein.

We willen dat ook niet: Ieder lid van de gemeente heeft naar zijn naaste toe een pastorale opdracht. Het betekent dat we van elkaar mogen verwachten dat we signalen opvangen; en op die manier aandacht hebben voor elkaar. Dit omzien naar elkaar betekent soms dat u signalen afgeeft als behoefte is aan bezoek van een kerkenraadslid.  Uiteraard heeft de predikante zelf ook een antenne en verzorgt ook zij pastoraat.

d. Met het oog op informatie kennen we 2 media. Om te beginnen ons (analoge) maandblad, de Tov Mirjam. Het blad is bedoeld voor onze leden (kerkgangers en gemeenteleden). Het blad wordt gevuld door gemeenteleden en biedt, indien mogelijk, ruimte aan berichten van de landelijke kerk. Het blad wordt met in acht neming hiervan gemaakt door een redactie die binnen hiervoor genoemde punten de vrijheid heeft. Naar behoefte vindt een (evaluatief) gesprek plaats tussen redactie en kerkenraad.

Het blad brengt kosten met zich mee. Daarom hebben we recent alle lezers gevraagd om een vrijwillige bijdrage. Voor de toekomst sluiten we niet uit dat we overgaan op een systeem van abonnementen. Daarnaast letten we ook nu al op de kosten; én op milieuaspecten.

Sinds enige tijd hebben we ook een website, fraai uitgevoerd en actueler dan Tov. Het is inmiddels een vertrouwd medium. Maar het kan en moet nog winnen aan De website is ook in die zin aanvullend dat hij een functie kan vervullen als informatiebron voor activiteiten binnen onze gemeente en ons kerkgebouw, die ook bedoeld zijn voor andere dan onze gemeenteleden.

Ook het gebruik van de kerkmail voor het communiceren met gemeenteleden  zal in de komende periode toenemen.

e. Het activiteitenprogramma heeft verschillende doelen: opbouw en toerusting van de gemeente, onderling contact en missionair bezig zijn. De activiteiten zijn bedoeld voor gemeenteleden én belangstellenden.

Terugkerende activiteiten zijn: de maandelijkse lunch-en-ontmoeten-bijeenkomst, de wereldmaaltijd, stiltewandeling, boekenclub. Daarnaast zijn er jaarlijks weer nieuwe activiteiten. We streven ernaar om themabijeenkomsten meer te integreren  in de zondagse diensten; of in een gesprek na afloop van de dienst. Zo mogelijk is onze eigen predikant betrokken bij deze diensten, opdat een eventuele gastpredikant of gastspreker zich geheel kan concentreren op haar/zijn bijdrage.

Een aandachtspunt is (ook) hier de PR.

f. We hebben goede contacten met onze kerkelijke buurgemeenten. Van nauwe samenwerking is geen sprake; die streven we voorshands ook niet na, gelet op het eigen karakter van onze gemeente. Sinds kort kennen we jaarlijks een gezamenlijk dienst met de Protestantse gemeente van Heumen.

We staan open voor samenwerkingsmogelijkheden op praktisch terrein (ledenadministratie bijv.)

g. De oecumenische contacten met de RK-parochies zijn niet intensief, maar wel goed en groeiende. De huidige activiteiten willen we voortzetten en waar mogelijk uitbouwen (wereldmaaltijd, dienst in de gebedsweek eenheid van christenen, vredesviering op 1 januari, ondersteuning asielzoekers, werkgroep Kerk en samenleving, werkgroep vredesinitiatieven, bepaalde activiteiten in het winterwerk zoals het maandelijks aandachtig wandelen, lampionnenoptocht in de adventstijd en het kloosterweekend voor druk bezette vrouwen in het voorjaar).

Op praktisch terrein weten we elkaar steeds meer te vinden. Zo hebben we beide een bijdrage verleend bij de start van de voedselbank. Momenteel wordt de Stichting Schuldhulpbuddy Berg en Dal opgericht door de kerken van de (nieuwe) gemeente.

h. Tot de specifieke verantwoordelijkheden van de consistorie behoren:

  • het opmaken van het rooster voor de preekvoorziening
  • het opmaken van het rooster voor de organist
  • de zorg voor het verschijnen van het kerkblad Tov Mirjam
  • de zorg voor het maken van het activiteitenprogramma
  • de zorg voor het pastoraat                                                                                                  
  • de contacten met de bezoekersgroep                                                                          

B. Diaconie

Het college van diakenen komt op voor mensen in nood, binnen én buiten de gemeente, in Nederland of in de wereld. Zij laten hun stem horen tegen onrecht. Ze houden bij gemeenteleden het besef wakker dat we een diaconale roeping hebben. Zij zorgen voor de bediening van het Avondmaal, het inzamelen van de gaven en zijn betrokken bij de gebeden.

Ze zijn lid van de kerkenraad.

a. De diaconie heeft 3 accenten: dienstbaar zijn in Groesbeek, landelijk en wereldwijd.

In Groesbeek door alert te zijn op situaties waar mensen in nood zijn, materieel (financiële ondersteuning) en immaterieel (hulp en advies bieden, asielzoekerswerk). Vaak gebeurt dit niet alleen, maar in samenwerking met de R.K.kerk, de gemeente en andere partners(zie bij voorbeeld de initiatieven genoemd bij de Consistorie onder g)

Landelijk o.a. door middels specifieke collectes projecten mede te ondersteunen.

Wereldwijd door financieel en anderszins projecten en initiatieven te ondersteunen. Dat gebeurt door het jaar heen (bv. met de besteding van de collectes), maar ook specifieke acties (in de 40-dagen-tijd, bij de oogstdienst). Ook hebben we aandelenpakket bij Oikocredit. Het jaarlijkse divident benutten we voor diaconale projecten.

b. We hebben er voor gekozen om tijdens de dienst maar 1 collecte te houden. Deze is voor diaconaal doel bestemd. Hiertoe stelt de kerkenraad jaarlijks een collecterooster vast. We volgen hierbij een aantal landelijk aanbevolen collectedoelen (met name voor Kerk in Actie). Tijdens de overige zondagen staat een van de door de diaconie “geadopteerde”doelen (momenteel 7 in aantal) centraal. Tijdens avondmaalsdiensten  wordt in beginsel gekozen voor een specifiek doel. (De collecte bij de uitgang is als regel bestemd voor het plaatselijk kerkenwerk)

De kerkenraad heeft het zgn. Charter van Groningen ondertekend. Hierbij hebben plaatselijke kerkgemeenschappen zich verbonden in hun ondersteuning aan asielzoekers (INLIA). Vanuit die overtuiging is de diaconie lid van het regionaal interkerkelijk platform kerk en vluchteling Wijchen e.o.. Deze werkgroep adopteert gezinnen en personen die bijstand nodig hebben (huisvesting, begeleiding in procedures, e.d.)

c. De viering van het Avondmaal is een bijzonder element in de eredienst. Hierbij geldt in grote lijnen de volgende opzet geldt:

  • de avondmaalstafel is gedekt voor aanvang van de dienst. De grote avondmaalsbeker en een schaal met brood (matses) worden vóór de collecte en gebeden binnengebracht;
  • de viering wordt gevierd in een kring rondom de avondmaalstafel. Iedereen is welkom. Degenen die niet kunnen staan, vinden een zitplaats in de kring;
  • we gebruiken kleine bekertjes. Hoewel we gebruik van een grote beker graag zouden zien, kleven hieraan teveel (deels praktische) bezwaren;
  • brood en wijn (in ons geval druivensap) worden gepresenteerd;
  • we hebben er voor gekozen om de frequentie te blijven houden op 6 à 7 x per jaar, waaronder in ieder geval op Witte Donderdag en tijdens de dienst waarin we de overleden gemeenteleden gedenken.

d. De bloemengroet is bedoeld voor gemeenteleden in blijde en droeve dagen.. Bij toerbeurt zorgt een lid van de gemeente er voor dat een bos bloemen in de kerk staat. De dienstdoend ambtsdrager bezorgt de bloemen na afloop van de dienst. Dat blijft, maar we willen de gemeente op 2 manieren nadrukkelijker betrekken bij het verzorgen van de bloemengroet. In de eerste plaats staan we open voor suggesties met betrekking tot de bestemming. Ook zal de ambtsdrager na afloop van de dienst meelopen naar de uitgang. Het kan zijn dat een gemeentelid (die bij de afkondigingen heeft gehoord naar wie de bloemen gaan) bij de haar/hem aangeeft dat zij/hij de bloemen wil bezorgen.

e. Tot de specifieke verantwoordelijkheden van de diaconie behoren:

  • het verzorgen van de bloemengroet
  • het opmaken van het collecterooster
  • het verzorgen (in overleg met de predikant) van avondmaalsdiensten, de oogstdienst en de diensten in de 40-dagentijd
  • het verzorgen van de (auto)ophaaldienst.

C. College van kerkrentmeesters

Het college is verantwoordelijk voor de verzorging van de vermogensrechtelijke aangelegenheden van niet-diaconale aard en voor het bijhouden van de registers van de gemeenteleden en van het doopboek, het belijdenisboek en het trouwboek. Het college bestaat uit 2 kerkvoogden waarvan er 1 lid is van de kerkenraad.

a. De financiële positie van onze gemeente is relatief gezond. Op basis van het zgn. “levend geld” (=opbrengsten uit de Actie Kerkbalans alsmede de collecteopbrengsten) kunnen we echter onze begroting niet meer sluitend krijgen. We beschikken gelukkig over andere inkomsten (voor een belangrijk deel uit in het verleden verkregen vermogen).

We hopen en verwachten dat inkomsten uit verhuur van kerk en Serre in de komende jaren voor extra inkomsten kan zorgen.

 

Het sluitend krijgen van onze begroting vergt veel creativiteit én inzet van gemeenteleden. Bijkomend voordeel van het ruimer benutten van ons kerkgebouw (zie A), is dat dit mogelijkheden biedt om extra inkomsten te verwerven. Uitgangspunt bij verhuur blijft onder alle omstandigheden dat ander gebruik geen afbreuk mag doen aan de primair kerkelijke functie die het kerkgebouw heeft. Het borgen hiervan is een taak en verantwoordelijkheid van de kerkenraad. Dit beginsel is ook vastgelegd in de overeenkomst die is afgesloten met het bestuur van de Stichting de Historische kerk aan de Groesbeek.

b. De (voltallige) kerkenraad is verantwoordelijk voor het beleid, inclusief de financiële aspecten daarvan. Dit wordt concreet in het vaststellen (en waar nodig wijzigen) van de begroting en van de jaarrekening. Ook stelt de kerkenraad het beleid met betrekking tot de jaarlijkse actie Kerkbalans vast.

Het beheer ligt in de handen van het college van kerkrentmeesters. Zij zorgen voor een verantwoord financieel beheer. De praktijk leert dat dit spanningen kan oproepen (het financieel overleven t.o.v. de inhoudelijke ambitie van de gemeente). Dat zijn we ons bewust. Daarbij past dialoog en kan een beroep worden gedaan op provinciaal adviseurs.

c. De accenten van het college van kerkrentmeesters ligt de komende jaren bij het zorgen voor een meerjaren-onderhoudsplan, voor deugdelijk begraafplaatsbeheer en het beheer van de kerkruimten. Ze onderhoudt de contacten met de Stichting de Historische kerk aan de Groesbeek.

Vanaf het moment dat onze koster met pensioen ging hebben we geen betaalde koster meer. De voormalige koster verricht nog wel een aantal kosterstaken en ontvangt daarvoor een vrijwilligersvergoeding.

d. Tot de specifieke verantwoordelijkheden van het college van kerkrentmeesters behoren:

  • beheer, onderhoud en financiën
  • de ledenadministratie
  • salarisadministratie en arbeidsvoorwaarden
  • het beheer van het kerkhof
  • het aansturen van de vrijwillige koster
  • onderhouden van de contacten met de Stichting.

D. Kerkenraad

De kerkenraad, bestaande uit ouderlingen, ouderlingen-kerkrentmeester, diakenen en predikant, geeft leiding aan de gemeente.

Het is moeilijk om kerkenraadsleden te vinden. Omdat de gemeente bestuurd moet worden, treffen we de volgende maatregelen:

  • zolang het mogelijk was, waren er bij iedere dienst 2 ambtsdragers: een ouderling en een diaken. Nu dit niet meer mogelijk is, wordt volstaan met 1 ambtsdrager of plaatsvervangend ambtsdrager. Andere gemeenteleden kunnen worden gevraagd om hulpdiensten te verrichten (gastvrouw/-heer zijn bij de aanvang van de dienst, collecteren, een lezing verrichten, e.d.);
  • we gaan creatief en flexibel om met het verrichten van de taken van de kerkenraadsleden; een en ander voorzover enigszins mogelijk binnen de grenzen van de kerkorde (en acceptabel voor officiële derden, b.v bankinstellingen). Dit geldt met name voor de kerkrentmeesterlijke taken.
  • We blijven er  naar streven om meer kerkenraadsleden (op dit moment met name meer ouderlingen-kerkrentmeester) te krijgen als versterking van de kerkenraad.
  • Met het kleiner worden van de kerkenraad hebben we er voor gekozen om als regel de vergaderingen van de kerkenraad op een pragmatische voor te bereiden. Niet meer het moderamen, maar de (vaste) scriba en de vergadervoorzitter (roulerend) bereiden de vergaderingen voor.
  • We hebben in beginsel iedere maand een kerkenraadsvergadering. We streven er naar dat we in de vergadering praktische punten afhandelen maar ook de tijd nemen voor meer inhoudelijke (bezinnings)onderwerpen. Ook nodigen we met een zekere regelmaat gemeenteleden uit die actief zijn in onze gemeente (bv leden van de bezoekersgroep, redactie Tov, e.d.)